Verwerping 2 Verwerping van de dwaling: God geeft kracht, maar uiteindelijk bepaalt de gelovige of hij volhardt

Die leren: Dat God den gelovigen mens wel voorziet
met genoegzame krachten om te volharden,
en bereid is die in hem te bewaren, zo hij zijn plicht doet;
doch al is het nu ook dat alle dingen,
die nodig zijn om in het geloof te volharden,
en die God gebruiken wil om het geloof te bewaren,
in het werk gesteld zijn,
dat het dan nog altijd hangt aan het believen van den wil,
dat deze volharde of niet volharde.

Want dit gevoelen bevat in zich een openbaar Pelagianisme;
en terwijl het de mensen wil vrij maken,
zo maakt het hen rovers van Gods eer;
tegen de voortdurende overeenstemming der evangelische leer,
die den mens alle stof van roemen beneemt,
en den lof dezer weldaad aan de genade Gods alleen toeschrijft;
en tegen de apostel, die getuigt: dat het God is,
Die ons ook zal bevestigen tot het einde toe,
om onstraffelijk te zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus (1 Kor. 1:8).

In de visie van de Remonstranten was de eigenschappenpredestinatie (mensen die geloven zijn uitverkoren) en de vrije wil belangrijk. In hun visie heeft God wel een rol en Hij zorgt ervoor dat wij kunnen en willen geloven, maar nog steeds is de mens in staat om niet te gaan geloven. In hun visie kunnen wij door onze vrije wil (die uiteindelijk bepalend is en de doorslag geeft) de wedergeboorte tegenhouden en weerstaan.

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren