Paragraaf 17 De zaligheid en verkiezing geldt ook voor jonggestorven kinderen van gelovige ouders

Nademaal wij van den wil Gods uit Zijn Woord moeten oordelen,
hetwelk getuigt dat de kinderen der gelovigen heilig zijn,
niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond,
in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn, a
zo moeten de godzalige ouders niet twijfelen
aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen,
welke God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt.

Bewijsteksten

a

En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. Genesis 17:7

Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van den mond van uw zaad, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Jesaja 59:21

Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. Handelingen 2:39

Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. 1 Korinthe 7:14

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren