Verwerping 2 Verwerping van de dwaling: Geestelijke gaven waren niet aanwezig in de menselijke wil
Die leren: Dat de geestelijke gaven,
of de goede hoedanigheden en deugden, als daar zijn:
goedheid, heiligheid, rechtvaardigheid,
in den wil des mensen, toen hij eerst geschapen werd, niet konden zijn,
en dat zij dienvolgens in zijn val daarvan niet hebben kunnen gescheiden worden.
Want zulks strijdt tegen de beschrijving van het evenbeeld Gods,
welke de apostel stelt, a alwaar hij getuigt,
dat het bestaat in rechtvaardigheid en heiligheid,
welke beide ongetwijfeld in den wil hun plaats hebben.