Paragraaf 9 Gelovigen hebben zekerheid over hun volharding

Van deze bewaring der uitverkorenen tot de zaligheid,
en van de volharding der ware gelovigen in het geloof,
kunnen de gelovigen zelf verzekerd zijn, a
en zij zijn het ook naar de mate des geloofs,
waarmede zij zekerlijk geloven,
dat zij zijn en altijd blijven zullen ware en levende leden der Kerk,
dat zij hebben vergeving der zonden, en het eeuwige leven.

Let op de formulering in dit artikel: bewaring is niet hetzelfde als volharding. Gods bewaring van de gelovigen is een oorzaak dat de gelovige blijft volhouden, blijft geloven en volhardt tot het einde. Volharding is een daad van de mens: door de bewaring van God volhardt de gelovige tot het einde. 
Dankzij het geloof kent de gelovige ook de oorzaak van de volharding: wedergeboorte en verkiezing. Dankzij deze onzichtbare oorzaken van het geloof weet de gelovige dat God hem bewaart in het geloof. Elke gelovige is daarom zeker over dat hij nu gelooft (geloofszekerheid) en dat hij zal blijven geloven (volharding).
Over de verzekerdheid en de mate van het geloof zegt Luther:
Het is waar dat het geloof onvast kan zijn, maar het is niet onzeker of twijfelend; dat zijn namelijk onderling zeer verschillende zaken. We moeten daarom dit voor altijd weten en vasthouden, dat de leer, het geloof, de wet, het evangelie dermate zeker zijn dat er niets zekerder kan zijn; en alhoewel het geloof onvast en gebrekkig is, toch is het niet onzeker; (Luther; 39/1:562-563)

Bewijsteksten

a

Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere. Romeinen 8:31-39

Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. 2 Timotheüs 4:8

En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. 2 Timotheüs 4:18

En gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Markus 13:13

Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Mattheüs 24:13

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren