Paragraaf 10 De oorzaak van de verkiezing is het welbehagen van God

De oorzaak van deze genadige verkiezing is eniglijk het welbehagen Gods,
niet daarin bestaande, dat Hij enige hoedanigheden of werken der mensen,
uit alle mogelijke voorwaarden,
tot een voorwaarde der zaligheid heeft uitgekozen;
maar hierin, dat Hij enige bepaalde personen uit de gemene menigte der zondaren,
Zich tot een eigendom heeft aangenomen.
Gelijk geschreven is:
Als de kinderen nog niet geboren waren,
noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, enz.,
werd tot haar (namelijk Rebekka) gezegd:
De meerdere zal den mindere dienen; gelijk geschreven is:
Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat (Rom. 9:11-13). a
En: Er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven (Hand. 13:48).

‘Haten’ betekent in de genoemde Bijbelteksten niet: verafschuwen of ‘een grondige hekel of afkeer hebben aan een persoon’, maar op de tweede plek zetten. Let hierbij ook op het verband van Romeinen 9: Jacob en Ezau zijn beide stamvaders van een volk, maar God kiest het volk van Israël (Jakob) en plaatst de Edomieten (Ezau) op de tweede plaats. Of lees Lukas 14:26, waarin Jezus niet oproept om je ouders te haten, maar om Hemzelf op de eerste plek te zetten.

Bewijsteksten

a

En de HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee natien zullen zich uit uw ingewand van een scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen. Genesis 25:23

Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Was niet Ezau Jakobs broeder? spreekt de HEERE; nochtans heb Ik Jakob liefgehad. En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn. Maleachi 1:2-3

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren