Paragraaf 9 God verkiest niet op basis van positieve factoren in de mens
Deze zelfde verkiezing is geschied, niet uit het voorgezien geloof
en gehoorzaamheid des geloofs, heiligheid,
of enige andere goede hoedanigheid of geschiktheid,
als een oorzaak of voorwaarde,
tevoren vereist in den mens, die verkoren zou worden;
maar tot het geloof en gehoorzaamheid des geloofs, tot heiligheid, enz.; a
en dienvolgens is de verkiezing de fontein van alle zaligmakend goed,
waaruit het geloof, de heiligheid, en andere zaligmakende gaven,
en eindelijk het eeuwige leven zelf, als vruchten vloeien;
naar het getuigenis van den apostel:
Hij heeft ons uitverkoren, (niet, omdat wij waren, maar),
opdat wij zouden zijn heilig en onberispelijk voor Hem in de liefde (Ef. 1:4).