Paragraaf 17 De zaligheid en verkiezing geldt ook voor jonggestorven kinderen van gelovige ouders

Over de wil van God moeten wij oordelen vanuit Zijn Woord.
Dat getuigt dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn;
niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond,
waartoe zij samen met hun ouders behoren. a
Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen
aan de verkiezing en de zaligheid van hun kinderen die God in hun kinderjaren uit dit leven wegneemt.

Met toestemming overgenomen uit: De Dordtse Leerregels, een hertaling; dr. W. Verboom, 2018, KokBoekencentrum Uitgevers.

Bewijsteksten

a

Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u. Genesis 17:7

Wat Mij betreft, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik U in de mond gelegd heb, zullen uit Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw nakomelingen, evenmin uit de mond van de nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid. Jesaja 59:21

Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. Handelingen 2:39

Want de ongelovige man is geheiligd door zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door haar man. Anders waren immers uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. 1 Korinthe 7:14

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren