God belooft in de Bijbel dat iedereen die in Christus gelooft niet naar de hel gaat, maar het eeuwige leven heeft (vergelijk Joh. 3:16). Die belofte moet zonder onderscheid bekend gemaakt worden aan allen aan wie God volgens zijn goeddunken de boodschap van de Bijbel stuurt. Ze krijgen daarbij het bevel zich te bekeren en te gaan geloven.
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Johannes 3:16
Wij echter prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid. 1 Korinthe 1:23
Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. Mattheüs 28:19
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Handelingen 2:38
En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. Handelingen 16:31
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.