Paragraaf 6 Het besluit van verkiezing en verwerping

Dat God sommigen in den tijd met het geloof begiftigt,
sommigen niet begiftigt, komt voort van Zijn eeuwig besluit. a
Want al Zijn werken zijn Hem van eeuwigheid bekend (Hand. 15:18),
en: Hij werkt alle dingen naar den raad van Zijn wil (Ef. 1:11).

Naar welk besluit Hij de harten der uitverkorenen, hoewel zij hard zijn,
genadiglijk vermurwt en buigt om te geloven;
maar degenen die niet zijn verkoren,
naar Zijn rechtvaardig oordeel, in hun boosheid en hardigheid laat.

En hier is het, dat zich voornamelijk voor ons ontsluit
die diepe, barmhartige en evenzeer rechtvaardige onderscheiding der mensen,
zijnde in evengelijke staat des verderfs,
of het besluit van verkiezing en verwerping,
in het Woord Gods geopenbaard.
Hetwelk, evenals het de verkeerde, onreine en onvaste mensen verdraaien tot hun verderf,
alzo den heiligen en godvrezenden zielen een onuitsprekelijken troost geeft.

Bewijsteksten

a

Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven. Handelingen 13:48

Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. 1 Petrus 2:8

Meer lezen (externe link)

Vanaf 12 jaar

ABCvanhetGeloof.nl (Barmhartigheid)

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren