Paragraaf 9 Gelovigen hebben zekerheid over hun volharding

De ware gelovigen kunnen er zelf zeker van zijn
dat ze als uitverkorenen bewaard worden voor de zaligheid
en dat ze zullen volharden in het geloof.
Zij zijn daar ook zeker van naarmate zij vast geloven a
dat zij ware, levende leden van de kerk zijn
en altijd zullen blijven
en dat zij vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben.

Met toestemming overgenomen uit: De Dordtse Leerregels, een hertaling; dr. W. Verboom, 2018, KokBoekencentrum Uitgevers.

Let op de formulering in dit artikel: bewaring is niet hetzelfde als volharding. Gods bewaring van de gelovigen is een oorzaak dat de gelovige blijft volhouden, blijft geloven en volhardt tot het einde. Volharding is een daad van de mens: door de bewaring van God volhardt de gelovige tot het einde. 
Dankzij het geloof kent de gelovige ook de oorzaak van de volharding: wedergeboorte en verkiezing. Dankzij deze onzichtbare oorzaken van het geloof weet de gelovige dat God hem bewaart in het geloof. Elke gelovige is daarom zeker over dat hij nu gelooft (geloofszekerheid) en dat hij zal blijven geloven (volharding).
Over de verzekerdheid en de mate van het geloof zegt Luther:
Het is waar dat het geloof onvast kan zijn, maar het is niet onzeker of twijfelend; dat zijn namelijk onderling zeer verschillende zaken. We moeten daarom dit voor altijd weten en vasthouden, dat de leer, het geloof, de wet, het evangelie dermate zeker zijn dat er niets zekerder kan zijn; en alhoewel het geloof onvast en gebrekkig is, toch is het niet onzeker; (Luther; 39/1:562-563)

Bewijsteksten

a

Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. Romeinen 8:31-39

Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. 2 Timotheüs 4:8

En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen. 2 Timotheüs 4:18

En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam, maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Markus 13:13

Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Mattheüs 24:13

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren